Groep 1 tot en met 8 methodes (zie ook links)

Onderbouwd in groep 1 en 2

In groep 1 en 2 werken we met Onderbouwd. In de methode Onderbouwd wordt de ontwikkeling op een speelse en ook doelgerichte manier de ontwikkeling van het kind gestimuleerd en vastgelegd in een leerlingvolgsysteem. Doordat er gebruik gemaakt wordt van ontwikkelingsmaterialen die het denkvermogen en het spelvermogen combineert, gaat de ontwikkeling sprongsgewijs omhoog. De materialen zien er aantrekkelijk uit met veel kleurtjes.

Kleuters onderbouwd.JPG      Kleuters onderbouwd cijfers.JPG  

Kleuteruniversiteit

In groep 1 en 2 maken we veel gebruik van prentenboeken. Bij de prentenboeken zijn projecten beschikbaar via kleuteruniversiteit. Deze projecten sluiten aan bij de doelen van het onderwijs aan kleuters op een speelse manier. De projecten zijn zodanig samengesteld dat er goed gedifferentieerd kan worden.

www.kleuteruniversiteit.nl

Leren lezen in groep 3

In groep 3 leren de kinderen lezen met behulp van de nieuwst versie van Veilig leren lezen: de kim-versie. Wat is er nieuw aan deze versie? De kinderen leren elke dag een nieuwe letter, Vanuit die nieuwe letter worden gelijk nieuwe woorden gemaakt. Als ze het kim leren, leren ze gelijk het woord mik en als ze de letter s geleerd hebben, dan kunnen ze al gelijk al de woorden sim, mis, is lezen.

We leren de kinderen gelijk zoemend lezen. Dat wil zeggen dat de kinderen niet de woorden hakken en plakken (s-i-m, sim), maar dat ze gelijk het woord zingend lezen (sssiiimmm).

We beginnen gelijk om half 9 met het veilig en vlotboekje. Hierin staat de letter of lettercombinatie centraal; er worden woorden gevormd en we oefen met connect-rijtjes. Dat zijn rijtjes woorden, waarbij steeds één letter verandert. Op elke bladzijde staat ook een verhaaltje, zodat de kinderen gelijk de woorden in een context kunnen toepassen. Ook lezen we de snuffelpagina’s die eigenlijk bedoeld zijn voor de kinderen die al wat verder zijn in hun leesproces. Het prettige van deze methode is dat zowel kinderen die al een beetje kunnen lezen als de kinderen die nog niet kunnen lezen met hetzelfde boekje kunnen werken.

We merken dat het niveau van de kinderen veel hoger is dan bij de oude methode. Daarnaast maken we gebruik van het digibord voor de instructie en het softwareprogramma Zoem, waarbij de kinderen zelf aan de slag kunnen met de woorden en letters die ze net geleerd hebben.Plaatje veilig en vlot.jpg

 

Taal in Blokjes

Taal in blokjes is een methode die bij bijna alle leesmethodes en spellingmethodes gebruikt kan worden. Taal in blokjes gaat uit van de klanken van de taal. Aan de hand van de verschillende groepen klanken wordt het taalsysteem met de bijbehorende regels duidelijk gemaakt. Met een beperkt aantal basisregels kan het grootste deel van de Nederlandse woorden al foutloos worden geschreven.

Om de verschillen tussen de verschillende klanksoorten zichtbaar en tastbaar te maken, wordt gebruik gemaakt van een kleurcode en blokjes in verschillende kleuren. Elk blokje stelt een lettercategorie voor. Zo zijn alle lange klanken geel, de korte klanken groen, de twee-teken-klanken rood en de medeklinkers blauw. Daarna komen de andere categorieën aan bod: de stomme klanken zijn oranje. De drie- en vier-teken-klanken zijn wit.

Taal in blokjes legt de nadruk op de auditieve aspecten. Met behulp van de gekleurde blokjes kunnen woorden worden gebouwd. De kinderen bouwen dus letterlijk een woord op. Doordat de kinderen zelf het woord opbouwen met kleuren, leren ze veel sneller bij welke categorie de letter thuishoort. De spellingsregels die voortvloeien uit de opbouw van de blokjes, worden heel goed zichtbaar gemaakt. Er horen ook werkbladen bij, waarbij de kinderen eerst de blokjes kleuren en dan pas het woord opschrijven. Zo doen de kinderen ook nog eens succeservaringen op en ze vinden het erg leuk om te doen.

Taal in blokjes groep 4 leerling.jpg

 

Spelling

Met spelling maken we gebruik van de regels van José Schraven. De kinderen hebben een categorieënkaart, waar alle categorieën opstaan. Regel 11 gaat over de woorden uit de tweetekenklankstraat, de lange klankstraat en de korte klankstraat. We spreken niet over lettergrepen, maar over klankstukken.

In de klas doen we het zo:

bomen, (de kinderen klappen het woord), bo-men, bo is de klankvoet, klankteen is oo, de oo woont in de lange klankstraat, daar is de letterdief de baas en die haalt er eentje weg. (kinderen maken het weghaal gebaar)

bakker, (de kinderen klappen het woord), ba-kker, ba is de klankvoet, klankteen is a, de a woont in de korte klankstraat, daar is de dubbelzetter de baas en die zet er eentje bij. (kinderen maken het gebaar van erbij doen)

boeken, (de kinderen klappen het woord), boe is de klankvoet, klankteen is oe, de oe woont in de tweetekenklankstraat, daar is het hoormannetje de baas, je schrijft het woord, zoals je het hoort.

Deze laatste regel geeft meestal weinig problemen bij de kinderen. Dus die hoeven ze niet zo vaak op te zeggen. 

Begrijpend lezen 

Voor begrijpend lezen maken we vanaf groep 4 gebruik van Nieuwsbegrip. Het doel van de lessen Nieuwsbegrip is het strategisch leren lezen van teksten. Het nieuws is een middel om de kinderen te interesseren om de tekst te lezen. De leerkracht speelt daarbij een belangrijke rol. De leerkracht doet in deze lessen namelijk hardop denkend voor hoe het lezen van een tekst in je hoofd werkt. Daarbij kunnen ze gebruik maken van het digibord. Elke week oefenen de kinderen met een strategie die ze bij de tekst kunnen gebruiken. Ze leren bijvoorbeeld dat ze eerst naar de titel en de plaatjes bij de tekst moeten kijken, voor ze de tekst gaan lezen. Als je eerst voorspelt waar de tekst over gaat, begrijp je de tekst beter. Voorspellen is één van de vijf strategieën die leerlingen bij Nieuwsbegrip leren. Ze werken ook met een stappenplan. Doordat we al beginnen in groep 4 is er een doorgaande lijn tot en met groep 8. De geleerde strategieën worden ook toegepast bij de zaakvakken. 

www.nieuwsbegrip.nl

Thematisch werken in groep 3 tot en met 8

Op onze basisschool zijn de vakken geschiedenis, aardrijkskunde, biologie en maatschappijleer geïntegreerd. In groep 3 tot en met 8 maken we daarbij gebruik van de methode Blink. In de eerste lessen staat de instructie centraal, zodat de kinderen kennis opdoen van het thema. Daarna gaan de kinderen zelf aan de slag met onderzoekend leren. Dit kan zijn aan de hand van vragen, maar ook aan de hand van stellingen.

Uit onderzoek is gebleken dat kinderen dingen beter onthouden als ze zelf dingen ontdekken. Als je een klas binnenloopt, zie je de kinderen allemaal bezig met verschillende dingen. Soms werken kinderen in tweetallen, soms in een groepje. Ook de creatieve vakken staan in het teken van hetzelfde thema. De basisvaardigheden die ’s morgens worden aangeleerd, worden ’s middags toegepast.

Aan het eind van het thema houden de kinderen een presentatie. Af en toe worden ook ouders daarbij uitgenodigd.

Wij zien dat de kinderen erg enthousiast zijn, omdat zij op deze manier hun eigen talenten kunnen benutten. Ze leren hoe ze moeten samenwerken. Ze ontdekken ook hoe ze de basisvaardigheden zoals taal, rekenen en schrijven toe kunnen passen.

Met Sprongen Vooruit

Sinds een paar jaar maken wij op onze school De IJsselvallei in Veessen gebruik van de methodiek Met Sprongen Vooruit.

In eerste instantie is het programma Met Sprongen Vooruit door Julie Menne ontwikkeld om de rekenvaardigheid van zwakke rekenaars in het gebied tot 100 te ontwikkelen. Inmiddels is er een pakket voor groep 1 en 2, 3 en 4 en voor groep 5 en 6. Ook in groep 7 en 8 is er een pakket van deze methodiek.

Alle leerkrachten op onze school hebben de cursus Met Sprongen Vooruit gevolgd en zijn daar zeer enthousiast over. Een cursus die zeer praktijkgericht is en waarbij ook de didactiek veel aandacht krijgt. De kinderen vinden het heel leuk om hiermee te werken.

Om goed uit de voeten te kunnen met de realistische rekenmethodes is het belangrijk om de basale vaardigheden te versterken. Met sprongen vooruit is te gebruiken naast elke realistische rekenmethode. Op onze school gebruiken we de nieuwste versie van Wereld in getallen, waar de elementen van Met sprongen vooruit goed inpasbaar zijn.

Er wordt veel aandacht besteed aan de basale vaardigheid zoals tellen, ordenen, lokaliseren, springen naar getallen, aanvullen tot 10, splitsen van getallen, sprongen 10. Het doel van de methodiek is het ontwikkelen van getalbegrip. Of het nu gaat om optellen tot 100 of het aanleren van breuken: het getalbegrip is van cruciaal belang. Het bewegend leren speelt hierbij een grote rol. Ik denk daarbij aan de rekenbal. De leerkracht of leerling noemt een som en gooit de bal naar degene die het antwoord moet zeggen.

Veel spelletjes uit Met Sprongen Vooruit kunnen met de hele groep tegelijk gedaan worden. In onze combinatiegroep 3 / 4 bijvoorbeeld zie je dat daardoor het groepsgevoel versterkt wordt. Ook opvallend is dat kinderen uit groep 3 al elementen uit groep 4 oppikken en dat zwakke rekenaars een goede herhaling krijgen van de basisstof uit groep 3.

Spelletjes die je even tussendoor met de hele klas kunt doen, zijn: Tikkie, jij bent hem (tellen en lopen), burenbingo, Gok een hok en natuurlijk Waku, Waku, de beroemde pop die alleen maar bijvoorbeeld 5 kan zeggen als antwoord, waardoor de kinderen sommen moeten bedenken, waar 5 uitkomt.

Bal met sprongen vooruit.JPG

Rekenen     Gynzy

We gebruiken op school de methode Gynzy. De kinderen werken in werelden. Dat wil zeggen dat we per groep en zelfs per kind kunnen kijken wat de groep of de individuele leerling nodig heeft. Bij sommige opdrachten moeten de kinderen aan bepaalde voorwaarden voldoen om verder te kunnen.  Hieronder ziet u de leerlijnen per leerjaar.  In groep 3 werken de kinderen gedeeltelijk in een werkboek en op gedeeltelijk op Gynzy. Vanaf groep 4 werken de kinderen voornamelijk in Gynzy.Wereld in getallen leerlijnen.JPG

 

Engels in groep 1 tot en met 8

Engels wordt gegeven in groep 1 tot en met 8. Hierbij maken we gebruik van de digitale methode Groove me. Ook zoeken we liedjes die bij de thema's passen. Door Engels op een moderne en spelenderwijs aan te bieden, zie je dat de schroom door kinderen om Engelse woorden te begrijpen en te gebruiken afneemt. Het leuke is dat de kinderen al op jonge leeftijd ook tussendoor ineens een Engels zinnetje gaan zeggen.

Breinhelden

De methode Breinhelden wordt gebruikt om de executieve functies te leren en te oefenen. Elke functie wordt beschouwd als een superkracht. Bijvoorbeeld doorzetkracht: voor opdrachten is het vaak nodig om te kunnen doorzetten.